1. Gedrags- en speelregels
Basketball kent veel spelregels. Deze zorgen ervoor dat een wedstrijd goed verloopt. Voorbeelden van
deze spelregels zijn dat je niet mag lopen met de bal of dat je niet opnieuw mag gaan dribbelen nadat je
bent gestopt met dribbelen (second dribbel). Elke basketballer kent deze regels en handelt daar ook naar.
Het is dankzij deze regels dat een wedstrijd prettig kan verlopen. Zonder deze regels zou iedereen maar
wat doen en zou een wedstrijd chaotisch verlopen.
Ook binnen een vereniging zijn regels nodig. Ook deze regels zijn niet bedoeld om je te beperken, ze zijn
juist bedoeld om alles binnen onze vereniging op een prettige manier te laten verlopen en ervoor te
zorgen dat we kunnen doen wat we het liefste doen: lekker samen basketballen! We noemen deze regels
de ‘gedrags- en speelregels’.
1.1 Kernwaarden Becege
Binnen Becege hebben we nagedacht over wat we belangrijk vinden als vereniging. Natuurlijk vinden we
basketball erg belangrijk, het is immers de reden waarom we elkaar elke week opzoeken. De manier
waarop we basketball willen beleven en de wijze waarop we met elkaar om willen gaan, vinden we echter
ook erg belangrijk. Dat maakt de identiteit van onze vereniging, dat maakt wie we zijn! Wie we willen zijn
hebben we omschreven in een viertal kernwaarden. Per kernwaarde hebben we kort omschreven wat we
daaronder verstaan. Dit is Becege:
PLEZIER
Basketball is gewoon de leukste sport om te doen. Heb vooral plezier!
RESPECT
We hebben respect voor elkaar, tegenstanders en de scheids.
We zijn zuinig op onze materialen.
GROEI
Accepteer verlies, deel een overwinning, neem verantwoordelijkheid en pak initiatief.
Groei niet alleen als basketballer, maar ook als persoon.
SAMEN
Basketball is een teamsport.
Help om Becege leuker, beter of gezelliger te maken.
Samen zijn we Becege.
1.2 Gedrag- en speelregels voor iedereen
- We gaan met respect met elkaar om. Dit geldt voor trainers, coaches, ouders, medespelers,
tegenstanders, scheidsrechters en tafelaars.
- Wij gebruiken geen verbaal of fysiek geweld. Vandalisme wordt absoluut niet getolereerd! Eventuele
schade wordt op de dader verhaald.
- Elke vorm van seksuele intimidatie of ongewenste aanraking wordt niet getolereerd. Wij onthouden
ons van discriminerend, kwetsend of intimiderend gedrag. Wij maken geen onderscheid in
levensovertuiging, geslacht, seksuele geaardheid, culturele achtergrond of andere kenmerken.
Niemand wordt gepest of buitengesloten binnen onze vereniging!
- Het gebruik van mobiele telefoons/apparatuur om te filmen of foto’s te maken in kleedkamers of
doucheruimtes is niet toegestaan.
1.3 Gedrag- en speelregels voor trainers/coaches
- De trainer/coach overlegt een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG). Becege hecht maximale waarde
aan een veilig sportklimaat. Daarom zijn alle trainers/coaches verplicht een VOG te overleggen. Becege
vergoedt de kosten van de VOG.
- Tijdens wedstrijden of trainingen is de trainer/coach verantwoordelijk voor het team. In het geval dat
hij is verhinderd, zorgt hij zelf tijdig voor vervanging. Hij laat een jeugdteam in ieder geval nooitzonder
toezicht van een meerderjarige trainen of een wedstrijd spelen.
- De trainer/coach bepaalt de speeltijd. Iedereen heeft speeltijd nodig om zich te kunnen ontwikkelen:
‘leren en ontwikkelen’ vinden we belangrijker dan ‘winnen’. Bij jeugdteams is het winnen van de
wedstrijd niet leidend voor het al dan niet wisselen van spelers. In de oudere leeftijdsgroepen kan het
voor de ontwikkeling van een team of spelers wenselijk zijn om de speeltijd ongelijk te verdelen.
- De trainer/coach vertegenwoordigt de vereniging en coacht sportief. De trainer is zich bewust van zijn
voorbeeldfunctie voor zijn team en het feit dat hij Becege vertegenwoordigt: hij geeft het goede
voorbeeld. De trainer/coach gaat met respect om met scheidsrechters, spelers, coaches en ouders.
- De trainer/coach volgt het technische beleid van de vereniging. De trainer bereidt de training voor
mede op basis van het technisch beleid, zoals beschreven in het Jeugdopleidingsplan.
- De trainer/coach is op tijd. De (trainings)tijden zijn beperkt. Daarom is de trainer minimaal 5 minuten
voor aanvang van de training aanwezig en minimaal 30 minuten voor aanvang van de thuiswedstrijd.
1.4 Gedragsregels voor spelers
- De speler is zoveel mogelijk aanwezig op de trainingen. Omdat basketball een teamsport is, ben je
zoveel mogelijk aanwezig op de trainingen. In het geval dat je verhinderd bent, breng je je trainer zo
snel mogelijk op de hoogte (en dus niet 5 minuten voor de training!).
- De spelers helpen elkaar om beter te worden. Spelers zijn in eerste instantie zelf verantwoordelijk voor
hun eigen prestaties op het veld en die van het team en zoeken naar manieren om zich te verbeteren.
De 'schuld' van slecht spel zoeken bij een teamgenoot, een scheidsrechter of andere omstandigheden
is een teken van zwakte. En soms is een tegenstander gewoon beter…
- De speler zorgt voor eigen veiligheid en de veiligheid van anderen. De speler draagt de juiste kleding
en schoenen en draagt geen sieraden (of plakt deze af met tape). De spelers leggen ballen of andere
materialen die tijdens de training niet worden gebruikt, aan de kant, zodat niemand daarover kan
struikelen.
- Basketball is een teamsport. Elke training of wedstrijd wordt gezamenlijk begonnen en afgesloten met
een team-yell. Na een wedstrijd bedanken we de tegenstander, scheidsrechters en tafelaars voor de
wedstrijd. Dit doen we ALTIJD, ongeacht het verloop van de wedstrijd.
- De spelers gaan zorgvuldig om met materialen. Alle materialen, zoals ballen en kleding, zijn eigendom
van de vereniging. Teamtenues blijven in de ‘teamtas’ en worden niet door spelers meegenomen. Na
afloop van de training of de wedstrijd ruimen de spelers de gebruikte materialen en ballen op en
controleren of alle ballen ook weer terug zijn in de ballenkar.
- Tijdens trainingen en wedstrijden zijn mobiele telefoons verboden.
- De speler is op tijd. De (trainings)tijden zijn beperkt. Op het moment dat de training begint, ben je
aangekleed aanwezig in de sporthal. Als een team voor je traint, zorg je ervoor dat dat team niet wordt
gestoord.
- Bij wedstrijden ben je 30 minuten voor aanvang van de wedstrijd omgekleed aanwezig in de sporthal.
Op die manier is er voldoende tijd om een goede warming-up uit te voeren en geconcentreerd aan een
wedstrijd te beginnen.
- De speler is verantwoordelijk voor zijn verplichtingen. De speler is zelf verantwoordelijk voor de taken
die zijn toebedeeld (zoals fluiten of tafelen). In geval van verhindering zorgt de speler zelf voor
vervanging.
1.5 Gedragsregels voor ouders en toeschouwers
- Toeschouwers geven kinderen hun spel terug. ‘Mee-coachen’ vanaf de tribune heeft een verstorende
invloed op de wedstrijd en kan (jeugd)spelers verwarren. De coach is de enige die aanwijzingen geeft
aan de spelers. Positieve opmerkingen helpen spelers juist wel om prettig te sporten.